#3 Niets in een groep is alleen persoonlijk

Niets in een groep is alleen persoonlijk, hoe zit dat?

Wat maakt samenwerken zo lastig? We zijn gewend om alles wat er gebeurt in ons en om ons heen op onszelf te betrekken, we nemen het persoonlijk. Iets is bijvoorbeeld onze schuld of de schuld van de ander. Dat dat eigenlijk niet opgaat in een groep, een systeem, is erg onbekend. Deze blog is bedoeld om de kracht van het systeem als geheel toe te lichten. Daardoor kun je meestal niet spreken van schuld. Ik wil dit toelichten aan de hand van een, denk ik herkenbaar, voorbeeld uit een familiesysteem.

 

Een voorbeeld

Onlangs vertelde een vriendin van mij dat ze zo van haar stuk was geraakt door wat er in een deel van haar familiesysteem was gebeurd. Ze heeft een hoge leeftijd, haar man ook, die bovendien dementerend is. In verband daarmee had ze bij hun kinderen in een viergesprek hun sterfelijkheid aangekaard. Ze wilde dat zorgvuldig en tijdig doen, en dus had ze geopperd dat zij mogelijk eerder zou kunnen overlijden dan haar man.

Ze wilde het hebben over wat dat voor de kinderen zou betekenen. Zo had ze al nagedacht over wie van hen volgens haar executeur van haar nalatenschap zou moeten zijn.  Ze vroeg of de partner van de dochter executeur zou kunnen zijn. Ze kreeg zo’n verontwaardigde reactie terug, dat ze daarvan schrok. In gesprek met mij vroeg ze zich af of ze iets verkeerd had gedaan, omdat er zo’n boze reactie terugkwam. Ze had die reactie totaal niet verwacht, omdat ze normaalgesproken zo’n goede verhouding hebben. Ze betrok de reactie onbewust en automatisch op zichzelf.

 

Eerdere gebeurtenis

Ik vroeg haar of ze vaker over dit moeilijke onderwerp met elkaar hadden gesproken. Dat was niet zo, dit was de eerste keer. Ik vroeg ook of ze eerder in het gesprek gemerkt had dat dit voor hen niet makkelijk was. Dat was eigenlijk wel zo. Er was haar, nu ze erbij stil stond, iets opgevallen. Op een ander moment in het gesprek, toen ze had gezegd dat ze eerder zou kunnen overlijden dan haar man, hadden de kinderen heel nuchter gereageerd met: ‘ja, dat kan gebeuren’. Achteraf merkte ze dat ze dat wel erg nuchter had gevonden, alsof ze het niet tot zich hadden laten doordringen. Nu snapte ze dat ze haar verwondering had kunnen vertrouwen.

Ze begon nu ook te zien dat de hele situatie, waarin haar sterfelijkheid werd aangekaart, als bedreigend kon worden ervaren. Dan is er maar een kleine trigger nodig om de emoties uit de onderstroom naar boven te laten komen. Dat gebeurde dus bij de vraag of de partner executeur zou kunnen zijn. Mijn vriendin zag meteen in dat dit als trigger fungeerde. Daarmee was de boosheid dus niet voor haar bestemd. Dat ontschuldigde. Ze voelde zich meteen een stuk lichter: ze nam de boosheid niet meer persoonlijk.

De boze reactie had niets met haar te maken, maar met de situatie, die als bedreigend werd ervaren. In een systeem is er doorgaans een verwachting dat alles blijft zoals het is, dat het stabiel blijft. In dit geval werd de mogelijkheid dat een deelnemer wegvalt door overlijden geïntroduceerd. Dat is een verandering die door het systeem als een te groot verschil kan worden ervaren. Het systeem, dit geheel van op zich volwassen en ontwikkelde mensen, voelt zich daardoor bedreigd en valt terug in een eerdere ontwikkelingsfase, de afhankelijkheidsfase.

 

De eerste fase van groepsontwikkeling

In de afhankelijkheidsfase overheersen schrik en angst, vaak bedekt door boosheid. Automatisch en onbewust waren emoties als angst en boosheid naar buiten gekomen. Dat is niet goed of fout, het is normaal als een systeem in stress komt. Je kunt als individu nog zo volwassen zijn, als je je aansluit op een systeem dan word je automatisch meegenomen in het systeem. In mijn eerste blog (#1) heb ik dat toegelicht. Het systeem als geheel blijkt sterker dan de individuen. Dat geldt voor elk systeem.

 

Wat valt hiervan te leren?

Mijn vriendin vroeg zich af wat ze hiervan kon leren en wat ze de volgende keer anders kon doen. Want ze wilde het gesprek wel voortzetten. Eigenlijk zag ze meteen dat bij haar vergelijkbare emoties getriggerd werden, zoals angst en boosheid. Zo zag ze dat ze net zo was meegegaan met de onderstroom van angst en boosheid. Ze zag dat deze emoties in het systeem leefden en dat ze eigen zijn aan een systeem dat zich bevindt in de afhankelijkheidsfase of in die fase terugvalt. Emoties in de onderstroom leven vaak bij meer dan een persoon in de groep. Emoties als angst, wantrouwen, boosheid, verdriet zijn vaak universeel.  

 

Aanwezig zijn bij schrik en angst

Wat mijn vriendin om te beginnen deed was aanwezig blijven bij haar schrik en angst, en die in haar lichaam voelen. Ze merkte de teleurstelling daarin op; de teleurstelling dat haar kinderen anders hadden gereageerd dan ze had verwacht.

Er ontstond helderheid over de fase waarin het geheel was beland, namelijk de afhankelijkheidsfase.

Ze kwam tot de ontdekking dat ze vanuit een, niet getoetste, aanname geen rekening had gehouden met de fase waarin het systeem zat en te snel was gegaan. Ze besloot voor de volgende keer zich van te voren zich af te stemmen op een ruime optiek. Vanuit deze ruime optiek wilde ze zich afstemmen op het geheel van de groep, en de fase waarin de groep zit.

Een groep als geheel is een levend systeem, dat in staat is tot ontwikkeling

In een groep niets als persoonlijk zien vraagt bewustwording

Ze kreeg oog voor het feit hoe normaal het is dat bij het introduceren van een groot verschil een systeem in een eerdere ontwikkelingsfase terecht komt, en dat daarbij weerstand ontstaat. Hoe het systeem als geheel sterker is dan de individuen.

Ze kon zien dat de groep als geheel tijd nodig heeft om te wennen aan het verschil.

Kortom, ze liet zich niet mee slepen door haar eigen emoties, maar doorzag ze vanuit een ruimere optiek. Ze besefte dat hier geen sprake was van persoonlijke dynamiek, van zich schuldig voelen of de ander beschuldigen. Ze realiseerde zich dat het hier ging om groepsdynamiek, die eigen is aan de fase van het systeem. Dit zien is ondersteunend voor verlicht samenwerken, omdat het de lading van de interactie afhaalt.

 

Verschuiving van ‘ik’ naar ruimte

Door je af te stemmen op ruimte kan je existentiële zwaartepunt verschuiven van ‘ik’ naar ik-overstijgende ruimte, naar Zijn. Hier kunnen inherente vrijheid en heelheid worden ervaren. Vanuit hier is te zien dat een systeem ruimte is, waarin niets vast is. Tegelijk is te zien dat de kracht van gewoonte in een systeem de deelnemers onbewust meeneemt naar vertrouwde zelfbeelden, die tot een minder vruchtbare groepsdynamiek kunnen leiden. Zien dat niets in een groep is alleen persoonlijk is helpt om helderheid te krijgen over wat er in een systeem tijdens samenwerken gebeurt en te weten wat je kunt doen.

 

Nieuwsgierig?

Wil je meer weten over het verschil tussen persoonlijke en groepsdynamiek stel dan je vraag of vraag om een kennismakingsgesprek via contact

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *